Adviesdocument Leermiddelen
Eigenschappen
Relaties met andere elementen
Versiegeschiedenis[bewerken]
Versie | Beschrijving | Status |
---|---|---|
0.1 | Verslag naar aanleiding van bijeenkomst 24 januari 2023 | Concept |
0.5 | Versie ter afstemming goedgekeurd door adviesgroep Samenhang onderwijsarchitecturen | Ter afstemming |
Opbrengst focussessie leermiddelen
Inleiding[bewerken]
Op 24 januari 2023 heeft de focussessie leermiddelen van de werkgroep Samenhang plaatsgevonden. Doel van deze bijeenkomst was om op een concreet thema – leermiddelen in dit geval – te kijken wat de verschillen zijn tussen HORA, MORA, FORA en ROSA en of het mogelijk is om meer samenhang in de modellen en definities te brengen.
Deze bijeenkomst had ook tot doel om te kijken of dit een goede aanpak is om tot meer samenhang te komen.
Ter voorbereiding is er een voorbeelduitwerking gemaakt. Hiervoor is het ketenproces ‘Leermiddelen gebruiken’ uit de ROSA als vertrekpunt genomen. Vervolgens is er een mapping gemaakt van de applicatiecomponenten, -functies en/of -services in de drie referentiearchitecturen (HORA, MORA en FORA) op het ketenproces van de ROSA.
Op basis van deze analyse is besproken of het wenselijk is om definities, naamgeving, ordening etc. te harmoniseren, of dat de verschillen zinvol zijn omdat de sectoren verschillend zijn.
Analyse van de verschillen[bewerken]
Voorafgaand aan de bijeenkomst is een analyse van de verschillen gemaakt. Daar zijn de volgende onderwerpen voor afstemming uit gekomen.
- Onderscheid tussen gebruik, ontwikkelen/beheren en verwerven van leermiddelen. Waar maken we dit onderscheid?
- Wat verstaan we precies onder een LMS (Learning Management Systeem), LCMS (Learning Content Management Systeem), ELO (Elektronische Leeromgeving), (leer)portaal?
- Wat is een educatieve applicatie/software?
T.a.v. punt 1 hebben we het verwerven van leermiddelen niet besproken. Wat het onderscheid tussen gebruik en ontwikkelen/beheren betreft concluderen we dat dit onderscheid zinvol is, ook omdat hiermee het verschil tussen een LMS en een LCMS goed geduid kan worden – zie volgende punt.
T.a.v. punt 2 zien we dat verschil tussen een LMS en een LCMS als volgt. Ook de ELO komt hierbij ter sprake.
- LCSM (Learning Content Management Systeem)
- Is een omgeving waarin leermiddelen worden gemaakt en beheerd
- Ondersteunt het proces van ontwikkeling en voorbereiding van het onderwijs
- LMS (Learning Management Systeem)
- Is een omgeving waarin leermiddelen kunnen worden gepresenteerd (of afgespeeld) en omvat ook de hele ondersteuning van het leerproces en de interactie tussen student en docent
- Ondersteunt dus het gebruiken van leermiddelen en dus de uitvoering van het leerproces zelf
- ELO (Elektronische Leerpomgeving), (leer)portaal
- Is een moeilijker af te bakenen term. Het wordt ook vaak (of vaker) als term voor een commercieel product gebruikt.
- Een ELO overlapt voor een groot deel met een LMS, maar heeft vaak meer een overkoepelende portaalfunctie
- Voorgesteld wordt om de term ELO niet te gebruiken, maar bijvoorbeeld ‘Onderwijsleeromgeving’ als omgeving die toegang geeft tot alles wat je nodig hebt in het leerproces zelf (waaronder het LMS), zowel voor de student als docent.
T.a.v. punt 3 ontstaat een discussie over allerlei applicaties die in het onderwijs gebruikt worden. Sommige applicaties hebben echt een educatief doel (zoals Electude), andere applicaties zijn relevant voor een bepaald beroep, ze zijn gereedschap in een beroep, maar hebben geen educatief doel (zoals Autocad). Voorgesteld wordt om de term ‘Educatieve Applicatie’ te hanteren als verzamelbegrip voor allerlei applicaties die met een educatief doel worden ingezet, ongeacht de vraag of ze voor dat doel zijn ontwikkeld.
Relatie met de verschillende architecturen[bewerken]
Als we het voorgaande afzetten tegen de inhoud van de referentiearchitecturen en de ROSA, dan vallen met name de volgende punten op.
- FORA
- FORA gebruikt LMS, LCMS, ELO en Educatieve applicatie in de hierboven beschreven betekenis. In de modellen overlapt de ELO met het LMS, waardoor het onderscheid LMS / ELO wat onduidelijk is
- MORA
- MORA gebruikt de (verwarrende) term Leercontent Omgeving als verzamelbegrip van alle omgevingen die leercontent aanbieden.
- Daarnaast gebruikt de MORA het begrip LMS voor een systeem voor zowel het beheren van leercontent (LCMS) als voor het ondersteunen van het leerproces en de interactie tussen student en docent.
- Er wordt geen aparte ELO onderscheiden, alleen een Intern portaal als generieke applicatie dus niet specifiek voor het onderwijs
- HORA
- HORA gebruikt LMS en LCSM in de hierboven beschreven betekenis
- Voor een Educatieve applicatie gebruikt de HORA een wat beperktere definitie: het zichtbaar maken van leerinhoud. Daarmee overlapt het wat meer met het LMS
- HORA kent geen ELO of ander leeromgeving-specifiek portaal
- ROSA
- ROSA kent wel een LCMS, maar geen LMS
- ROSA kent wel een ‘Gebruiksomgeving digitaal leermateriaal’ die deels vergelijkbaar is met een LMS, maar omvat alleen het afspelen van digitaal leermateriaal
- ROSA kent geen ELO
- ROSA kent geen Educatieve Applicatie
Voorgestelde definities[bewerken]
Uiteindelijk komen we tot het volgende voorstel voor de definities van de besproken referentiecomponenten. Mogelijk kunnen deze begrippen en definities in alle architecturen op dezelfde manier worden gebruikt.
Referentiecomponent | Definitie |
---|---|
Learning Content Management Systeem (LCMS) | Systeem ten behoeve van het maken en beheren van leermateriaal |
Learning Management Systeem (LMS) | Systeem ten behoeve van het aanbieden en gebruiken van leermateriaal, de ondersteuning van het leerproces en de interactie tussen student en docent |
Educatieve software | Verzamelbegrip van applicaties, ingezet voor of ontwikkeld met een educatief doel, dat studenten ondersteunt bij het uitvoeren van beroepsspecifieke leertaken |
Onderwijsleeromgeving | Een portaal of schil die studenten en docenten toegang geeft tot alle functionaliteit die nodig is in de uitvoering van het onderwijs |
Spelregels[bewerken]
Om te komen tot een eenduidige begrippen en afbakening hebben we de volgende spelregels gebruikt
- Referentiecomponenten hebben bij voorkeur geen overlappende/gemeenschappelijke applicatiefuncties of -services met andere referentiecomponenten.
- Gangbare producten in de markt kunnen eenduidig op een referentiecomponent (of meerdere) worden gemapt.
- Het moet duidelijk zijn, welke bedrijfs- of ketenprocessen door een referentiecomponent worden ondersteund