Samenhang met andere architecturen
Overzicht van samenhang[bewerken]
Een leven lang ontwikkelen is een belangrijke ketendrijfveer (driver) binnen de gemeenschappelijke visie van de onderwijssector. Onderwijs moet flexibeler worden en de verschillende werkingsgebieden in het onderwijsdomein moeten naadloos op elkaar afgestemd worden, zodat een onderwijsdeelnemer over de grenzen van de verschillende onderwijssectoren heen zich kan blijven ontwikkelen zonder dat er breuken ontstaan in de door hem of haar gekozen leerwegen. Om dit te kunnen faciliteren met informatiesystemen, speelt Enterprise Architectuur een belangrijke rol. Enterprise Architectuurmodellen maken het bijvoorbeeld inzichtelijk waar digitale transformaties mogelijk zijn en welke onderwijsprocessen geraakt worden. Er zijn echter verschillende manieren om de Enterprise Architectuur van een onderwijsorganisatie te modelleren. Om te voorkomen dat iedere onderwijsorganisatie het wiel opnieuw moet uitvinden, kunnen referentiearchitecturen een oplossing bieden. Referentiearchitecturen fungeren als een soort sjabloon voor het maken van Enterprise Architecturen.
Verschillende referentiearchitecturen zijn ontwikkeld binnen de onderwijssector. Architecten van onderwijsinstellingen binnen het funderend onderwijs (po en vo) kunnen zich baseren op de FORA, in de bve-sector (mbo en vavo) naar de MORA en in het ho kan men kijken naar de HORA. De drie hiervoor genoemde sectorale referentiearchitecturen (SRA's), zijn onafhankelijk van elkaar tot stand gekomen en worden inmiddels breed gebruikt door IT-specialisten die werken voor onderwijsorganisaties.
Daarnaast worden er in het onderwijs sectorarchitecturen ontwikkeld. De sectorarchitecturen beschrijven de architectuur van een sector in zijn geheel. Het zijn vaak ook doelarchitecturen, omdat ze zich niet richten op hoe zaken nu zijn geregeld maar juist hoe zaken in de nabije of nog verdere toekomst geregeld zouden moeten worden. Zowel binnen het ho (HOSA), als mbo (MOSA) als funderend onderwijs (FOSA) wordt er reeds gewerkt aan een dergelijke architectuur.
De ROSA ten slotte richt zich als onderwijsbrede ketenreferentiearchitectuur op die zaken die gemeenschappelijk zijn in het onderwijsdomein (of in delen daarvan) als het gaat om samen te werken in ketenprocessen. De ROSA is als een knooppunt waar de architectuurkennis vanuit de onderwijssectoren samen komt. Iedere sector heeft een eigen visie op architectuur en kent andere best-practices. De sectorale referentiearchitecturen zitten dicht op de praktijk van onderwijsorganisaties en weten als geen ander wat daar speelt op het gebied van Enterprise Architectuur. De sectorarchitecturen of doelarchitecturen hebben een langetermijnvisie. Samen met hun achterban stellen zij zich de enterprise architectuur van een onderwijssector van over 10 jaar voor om zo tot een gezamenlijk toekomstbeeld te komen.
Bewegen naar meer Samenhang tussen onderwijsarchitecturen[bewerken]
Vanuit de sectoren, maar ook vanuit de Edustandaard Architectuurraad en Standaardisatieraad, is de wens uitgesproken om meer samenhang te brengen in de verschillende sector- en referentiearchitecturen binnen het onderwijs. De gesprekken en afspraken die nodig zijn om deze samenhang te verwezenlijken, worden gevoerd in de Adviesgroep Samenhang sector- en referentiearchitecturen onderwijs, of in het kort: “de Adviesgroep Samenhang”. Ook komt in deze adviesgroep de architectuurkennis vanuit verschillende onderwijssectoren samen. Door met elkaar in gesprek te blijven worden de verschillen in denken duidelijk en kunnen de architecturen van elkaar leren.
Een overzicht van met welke onderwerpen de adviesgroep bezig is valt hier te bekijken.
ROSA in samenhang met de NORA[bewerken]
ROSA is een referentiearchitectuur die binnen het onderwijsdomein gebruikt wordt om het samenwerken in ketens te faciliteren en over onderwijsdomeinen heen dat wat gemeenschappelijk toegepast kan worden te beschrijven. NORA heeft als doel de dienstverlening van de overheid te verbeteren. Hiervoor moeten overheidsorganisaties samenwerken. De NORA omvat een visie over de gewenste dienstverlening en geeft principes die overheidsorganisaties kunnen gebruiken om dit toekomstperspectief te realiseren. De principes zijn vooral bedoeld om gemeenschappelijke doelstellingen na te streven. Kern van deze principes is dat overheidsorganisaties makkelijk moeten kunnen samenwerken in ketenprocessen en hierbij standaarden volgen. Ketenpartners kunnen zelf bepalen op welke wijze de doelstellingen gerealiseerd moeten worden.
Hoewel er verschillen zijn in de scope tussen ROSA (referentiearchitectuur gericht op ketensamenwerking) en NORA (referentiearchitectuur voor overheidsorganisaties als dienstverlener), ROSA conformeert zich daar wat dat relevant is zoveel mogelijk aan de NORA-onderdelen en concretiseert deze voor de ketensamenwerking in het onderwijs. ROSA gaat in bepaalde opzichten verder dan de NORA. Er wordt veel concreter aangegeven hoe de architectuur en afspraken geïmplementeerd kunnen worden in de context van het onderwijs.
ROSA principes en NORA principes[bewerken]
Het gebruik van principes biedt veel vrijheid aan ketenpartners. Dit is ook essentieel op nationaal niveau, waar samenwerking tussen bijvoorbeeld het partijen in het onderwijsdomein, gemeentes en de SUWI-keten vorm moet worden gegeven. Deze domeinen verschillen sterk in doelstellingen, organisatiestructuur en bestuurlijk krachtenveld. Er is dus vrijheid nodig om koppelvlakken tussen deze domeinen af te spreken om samenwerking te realiseren. Binnen het onderwijsdomein zijn er aanvullende afspraken nodig. Deze zijn vooral nodig voor de sturing van projecten en andere ontwikkelingen. De samenhang tussen projecten en ontwikkelingen moet bewaakt worden en er moet geborgd worden dat de kennis die wordt opgedaan in projecten wordt ook ter beschikking komt voor andere projecten. Dubbel werk moet voorkomen worden en er moet een duidelijk groeipad naar de gewenste situatie komen, waarin de bijdrage van de diverse projecten duidelijk is. Bij het uitwerken van een dergelijk groeipad moet rekening worden gehouden met beleidsprioriteiten, zowel van het onderwijsveld als van het Ministerie van OCW. De ROSA moet daarom in veel sterkere mate dan de NORA in staat zijn om duidelijke kaders mee te geven aan projecten. Binnen een project wil men duidelijkheid. Er moet daarom aan een project duidelijk worden aangegeven welke kaders gevolgd moeten worden en welke afhankelijkheid er bestaat van andere projecten en ontwikkelingen. De ROSA werkt daarom aan een concrete uitwerking van zowel de bestaande (als referentie) als de gewenste situatie, met de ketenprocessen waarin wordt samengewerkt, de informatieobjecten en gegevens die gezamenlijk worden gebruikt en een gemeenschappelijke infrastructuur die de onderlinge informatie-uitwisseling ondersteunt. De projecten leveren een bijdrage aan het realiseren van de gewenste situatie.
ROSA en het NORA Vijflaagsmodel[bewerken]
De NORA biedt principes en kaders voor de inrichting van de informatiehuishouding van de Nederlandse overheid. Eén van de basisprincipes van de ROSA is aan te sluiten bij NORA. Hoe de aansluiting op NORA precies zit wordt hier weergegeven: Mapping ROSA metamodel op NORA vijflaagsmodel.
ROSA in samenhang met Sectorale Referentiearchitecturen[bewerken]
De sectorale referentiearchitecturen (SRA's) bevatten allemaal een sjabloon voor het inrichten van een Enterprise Architectuur voor een onderwijsinstelling. De ROSA is de ketenreferentiearchitectuur die de verschillende sectoren met elkaar in verbinding brengt. Bekeken vanaf een hoog abstractieniveau, zouden de verschillende referentiearchiecturen binnen het onderwijs ongeveer vergelijkbare soorten dingen moeten bevatten. Deze aanname wordt bevestigd wanneer we de grootste dingen, de domeinen, uit de SRA's naast elkaar zetten. In de onderstaande afbeelding worden deze raakvlakken duidelijk. Wanneer we naar de precieze inrichting van deze domeinen gaan kijken gaan we echter steeds meer verschillen zien.
Wanneer de SRA's meer gedetailleerd met elkaar worden vergeleken, komen er verschillen aan het licht op het gebied van begrippen en modelleerkeuzes in architectuurmodellen. Deze verschillen hebben we in kaart gebracht in een verschillenanalyse. Vervolgens zijn er met de SRA’s architectuurafspraken gemaakt om de referentiearchitectuurmodellen dichter naar elkaar toe te laten groeien. Deze architectuurafspraken zijn in lijn met de Uitgangspunten voor samenhang met Sectorale Referentiearchitecturen. Per uitgangspunt wordt de samenhang beschreven en wat wordt gedaan de uitgangspunten te realiseren.
ROSA in samenhang met leveranciers van ketenvoorzieningen[bewerken]
De Enterprise Architectuur van leveranciers van Ketenvoorzieningen, zoals DUO, staat in nauw verband met de ROSA referentiearchitectuur. DUO neemt bijvoorbeeld ROSA architectuurkaders over bij de uitwerking van de architectuur van een ketenvoorziening en sluit aan bij het ROSA begrippenkader. Wanneer de ketenvoorziening wordt aangemeld bij Edustandaard wordt een ROSA scan uitgevoerd om te kunnen bepalen of de architectuur inderdaad in goede samenhang is met de ROSA. Wanneer de Architectuurraad en Standaardisatieraad akkoord gaan, neemt ROSA vervolgens de ketenvoorziening op als onderdeel van de gemeenschappelijke informatievoorziening. Hierbij kunnen ook bijbehorende Toepassingspatronen en andere scenario's (zie ROSA metamodel /Scenario's) worden gemodelleerd in samenwerking met de leverancier van ketenvoorzieningen. Op deze manier wordt ook voor de ketenpartners duidelijk hoe de ketenvoorziening kan worden gebruikt.
Ontwerpkaders voor samenhang van Sector- en Referentiearchitecturen[bewerken]
Deze ontwerpkaders vatten samen waar sector- en referentiearchitecturen binnen het onderwijs op moeten letten om in samenhang met elkaar door te ontwikkelen. Incrementeel gaan de sector- en referentiearchitecturen gezamenlijk aan de slag binnen de Adviesgroep Samenhang Onderwijsarchitecturen om naar een vergaande samenhang toe te werken. Deze ontwerpkaders maken ook onderdeel uit van bredere stelsel van Ontwerpgebieden, waarin ook doelen en principes zijn opgenomen.
Naam | Beschrijving |
---|---|
Hanteer zoveel mogelijk dezelfde begrippen en definities | Alle sector- en referentiearchitecturen binnen het onderwijs willen voor een volgende versie van hun referentiearchitecturen toewerken naar een geharmoniseerd begrippenkader waarin benamingen worden gelijkgetrokken wanneer dit niet de effectiviteit van de SRA's negatief beïnvloed. |
Metamodellen zijn onderling afgestemd | De metamodellen van de viewpoints van de referentiearchitecturen worden zo veel mogelijk op elkaar afgestemd. Wanneer er nog verschillen zijn worden deze in kaart gebracht. |
Neem generieke referentiecomponenten uit de ROSA over | Generieke referentiecomponenten (die gebruikt worden in meer dan één sector) worden opgenomen in de ROSA. Andere architecturen kunnen daarnaar verwijzen. Voor generiek beschreven applicaties hanteren we de ROSA-term ‘referentiecomponenten’. |
Onderdelen van de architectuurbeschrijving zijn opgenomen als modelelement | Elk relevant element is een modelelement in het (ArchiMate) architectuurmodel van een sector- of referentiearchitectuur binnen het onderwijs. |
Volg de lijn van de NORA en de andere landelijke referentiearchitecturen | Onderwijsarchitecturen volgen de lijn van de NORA op het gebied van architectuur-principes, -thema’s, -begrippen en architectuurelementen zoals referentiecomponenten en voorzieningen. Ook wordt er naar andere landelijke referentiearchitecturen zoals de GEMMA gekeken. |
Verantwoording van ontwerpkaders samenhang[bewerken]
Gedurende het ROSA revisie traject zijn er diverse analyses gedaan om een beeld te kunnen vormen van hoe de samenhang met sectorale referentiearchitecturen eruit zien. Op basis van deze analyses zijn de Ontwerpkaders voor samenhang van Sector- en Referentiearchitecturen opgesteld.
Aansluiting van architecturen binnen het onderwijs bij de digitale producten, standaarden en voorzieningen van het Rijk[bewerken]
De standaarden van het Forum Standaardisatie en digitale producten, standaarden en voorzieningen uit de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) vormen een belangrijke basis voor afspraken binnen het standaardisatieplatform Edustandaard. De digitale producten, standaarden en voorzieningen worden sowieso gehanteerd bij de informatie-uitwisseling met andere overheden. Voor een onderwijsbrede implementatie is een vereiste dat een digitaal product, standaard of voorziening zich leent voor toepassing binnen het onderwijs. Voor ketensamenwerkingen en informatie-uitwisseling binnen het onderwijsdomein wordt door Edustandaard per overheidsstandaard de mogelijke toepassing bekeken om als afspraak binnen het onderwijs te fungeren en wordt het werkingsgebied vastgesteld.