Eigenschap:Toelichting

Uit ROSA Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Deze datatypespecificatie wordt genegeerd; de specificatie uit de externe vocabulaire krijgt voorrang.
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Inhoudelijke toelichting op de definitie van dit begrip.
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


250 pagina’s gebruiken deze eigenschap.
A
De formulering "al dan niet op een bepaalde onderwijslocatie" geeft ruimte voor online aangeboden opleidingen die geen onderwijslocatie kennen waar les wordt gegeven.  +
De aanvraag wordt gedaan door het onderwijsbestuur en de erkenning wordt afgegeven als er aan een aantal criteria is voldaan.  +
DUO meldt via rapportages aan scholen en gemeenten om welke onderwijsdeelnemers het gaat. Dit gaat om onderwijsdeelnemers van 4 jaar tot 18 jaar.  +
Vaak is dit overzicht een jaarrekening, maar het kan ook een ander financieel overzicht zijn. De accountantsverklaring zegt dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiële situatie.  +
Afgeleid van het Engelse begrip administrator privileges. Het betreft rechten zoals het installeren of verwijderen van programma's, het wijzigen van systeeminstellingen, het beheren van gebruikersaccounts en het verkrijgen van toegang tot beveiligde bestanden en gegevens. Deze rechten worden meestal toegekend aan beheerders of eigenaars van een systeem, om hen in staat te stellen het systeem efficiënt te beheren en te configureren.  +
Bij een afspraak gaat het om een overeenkomst tussen 2 of meer ketenpartners over het toepassen van standaarden (verdeeld over diverse architectuurlagen) en het mogelijk gebruik van (keten)voorzieningen die op de ketensamenwerking die deze ketenpartners aangaan van toepassing zijn. Zie ook: https://rosa.wikixl.nl/index.php/Standaarden_en_afspraken  +
De AVG legt regels en voorschriften op aan organisaties die persoonsgegevens verwerken, ongeacht of ze binnen de EU gevestigd zijn of niet. Het bevat richtlijnen met betrekking tot het verzamelen, opslaan, verwerken en delen van persoonsgegevens.  +
Een Ambulant Onderwijskundig Begeleider maakt deel uit van een organisatie of regionaal centrum voor speciaal onderwijs dat ambulante begeleiding verzorgt voor diverse instellingen in het onderwijs. De functie van een Ambulant Onderwijskundig Begeleider is er vooral een van coaching, ondersteuning en begeleiding. Hij staat onderwijsdeelnemers in het primair en voortgezet onderwijs met een functiebeperking bij en onderzoekt eventuele tekortkomingen van de onderwijsinstantie. Hij informeert ouders over schoolgaan met een functiebeperking en pedagogische benaderingen. Soms zal hij optreden als individueel begeleider van een leraar en adviseert hij over bestaande hulpmiddelen ter verbetering van de leeromgeving. Daarnaast helpt hij aangepaste onderwijsprogramma's te ontwikkelen en stemt hij wensen van onderwijsdeelnemers in het primair en voortgezet onderwijs, ouders en docenten op elkaar af. Mocht een kind overgeplaatst moeten worden naar een onderwijsaanbieder voor speciaal onderwijs, dan begeleidt de Ambulant Onderwijskundig Begeleider dit.  +
Het gaat om onderwijsdeelnemers in het primair en voortgezet onderwijs die een arrangement hebben waarmee zij passende ondersteuning op school kunnen krijgen. Deze passende ondersteuning wordt verzorgd door de ambulant begeleider onderwijs en aangepast op de individuele hulpvraag van het kind. Hierbij werkt de ambulant begeleider samen met de leerkracht of docent en de intern begeleider van de onderwijsaanbieder in het primair en voortgezet onderwijs. Ook de ouders/verzorgers worden hierbij betrokken. Er vinden evaluaties plaats waarbij de doelen geëvalueerd en aangepast worden. Ook dit kan de ambulant begeleider verzorgen.  +
Een applicatie kan onder andere rechtstreeks ondersteunend zijn aan een eindgebruiker.  +
Ontwerpkaders binnen de ontwerpgebieden kunnen standaarden en normen omvatten die nog preciezer invulling geven aan implementaties.  +
Architectuurprincipes geven een invulling aan de doelen van ROSA. Ze zijn algemeen van aard zijn, en worden binnen ontwerpgebieden geconcretiseerd in ontwerpprincipes en ontwerpkaders.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de gegevensgroep.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de gegevensgroep.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de gegevensgroep.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de gegevensgroep.  +
Een inhoudelijke toelichting op de gegevensgroep.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de gegevensgroep.  +
Een inhoudelijke toelichting op de gegevensgroep.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Authenticatie noemt men ook wel verificatie van de identiteit. Het is een proces waarbij op basis van één of meer authenticatiefactoren wordt geverifieerd of de identiteit die door de entiteit geclaimd, ook daadwerkelijk behoort bij betreffende identiteit op het aangegeven betrouwbaarheidsniveau. Hieronder valt de controle op de geldigheid van de gebruikte authenticatiemiddelen (https://www.noraonline.nl/wiki/Begrippen_IAM). Het authenticeren van een organisatie die deelneemt aan Edukoppeling berichtenverkeer wordt geregeld met de toepassing van een PKI-infrastructuur.  +
De autorisatie wordt toegekend door de service-eigenaar. Het leidende principe (met name bij persoonsgegevens) is doelbinding: je mag alleen zien of doen wat je voor je taak nodig hebt. Bij een collectieve (keten)informatievoorziening geldt bovendien: je mag alleen je eigen dingen zien en niet de dingen van je collega-organisatie. De primaire reden voor het vaststellen van de identiteit van een subject is om op basis daarvan vervolgens vast te stellen of dat subject ook gerechtigd is om de gewenste service af te nemen. Die autorisatie (al of niet mede op basis van rollen, machtigingen, vertegenwoordigingen enzovoort) is nadrukkelijk een op de authenticatie volgende, aparte stap. De geauthentiseerde identiteit is dus nodig om autorisatie te kunnen doen. Autorisatie stelt eisen aan authenticatie.  +
Dat kan op basis van rollen, functies of een mix daarvan.  +
De AP heeft als taak om de naleving en handhaving van de privacywetgeving te waarborgen, met name de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet AVG.  +
B
De basisondersteuning beschrijft het niveau dat van alle onderwijsaanbieders uit het samenwerkingsverband verwacht wordt.  +
Het betreft een actieve en subjectieve weging.  +
Een bericht bestaat uit een envelop (header), inhoud (payload) en optioneel een of meerdere bijlagen (attachments).  +
In het geval van WUS komt dit overeen met de ‘header’ van het bericht. Zoals een brief in een envelop gaat voor verzending, zo gaat een elektronisch bericht in een digitale verpakking. Deze digitale verpakking is Edukoppeling. Edukoppeling gaat niet over de inhoud van het bericht.  +
De logistieke informatie bevat zaken als afzender, ontvanger, bericht-identifier, etc.  +
In Edukoppeling gaan we standaard uit van gegevens in de vertrouwelijkheidsklasse Hoog.  +
Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in technische, privacy afgeschermde, digitale, open of gesloten vormen.  +
Uit het bestuursformatieplan moet kunnen worden afgeleid welke functies boventallig zijn, voor welke omvang en waarom. Het bestuursformatieplan bevat vervolgens in ieder geval de volgende overzichten: het meerjarenformatiebeleid en de prognoses, een overzicht van de te besteden middelen en de lumpsumbekostiging, een overzicht van de formatieopbouw en andere bestedingsdoelen, en een overzicht van de besteding van middelen, de vorming van reserves en voorzieningen en de overdracht van formatie.  +
Het is een instrument om de beheersbaarheid van een organisatie te realiseren. Er zijn verschillende vormen van bestuursmodellen, zoals bijvoorbeeld het one-tier bestuursmodel of het two-tier bestuursmodel.  +
Het bestuursverslag bevat, in overeenstemming met de omvang en de complexiteit van de rechtspersoon en groepsmaatschappijen, een evenwichtige en volledige analyse van de toestand op de balansdatum, de ontwikkeling gedurende het boekjaar en de resultaten. Indien noodzakelijk voor een goed begrip van de ontwikkeling, de resultaten of de positie van de rechtspersoon en groepsmaatschappijen, omvat de analyse zowel financiële als niet-financiële prestatie-indicatoren, met inbegrip van milieu- en personeelsaangelegenheden. Het bestuursverslag geeft tevens een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de rechtspersoon wordt geconfronteerd. Het bestuursverslag wordt in de Nederlandse taal gesteld, tenzij de algemene vergadering tot het gebruik van een andere taal heeft besloten.  +
De eIDAS-verordening onderscheidt de niveaus laag, substantieel en hoog. De uitvoeringsverordening EU 2015/1502 definieert de eisen aan deze betrouwbaarheidsniveaus.  +
Een keurmerk is bepaald door een bepaalde branche en wordt afgegeven door een brancheorganisatie. Een erkenning is wettelijk en wordt afgegeven door een overheidsorganisatie. Bevoegd gezag en onderwijsbestuur worden in de dagelijkse praktijk vaak door elkaar heen gebruikt en vallen ook doorgaans samen, maar binnen het Register Instellingen en Opleidingen betreft het echter twee verschillende klassen, een in de wereld van de onderwijsinrichting en een in de wereld van de onderwijserkenningen.  +
Verouderd begrip, is hernoemd naar bevoegd gezag.  +
De bevoegdheid kan voor beperkte duur gelden, of gelden totdat die wordt ingetrokken  +
Wanneer iemand ergens niet mee akkoord gaat, heeft diegene bezwaren. De bezwaren zijn de redenen of argumenten die worden gebruikt om ergens tegen te verzetten.  +
Bijzondere persoonsgegevens mogen niet worden bewaard of op een andere manier worden gebruikt, tenzij de wet daar toestemming voor geeft.  +
Begrip mag formeel niet meer gebruikt worden, is vervangen door instellingscode.  +
Begrip mag formeel niet meer gebruikt worden, is vervangen door vestigingscode  +
De bronhouder is verantwoordelijk voor het voldoen van de gegevens aan de gedefinieerde kwaliteitseisen en doet onderzoek bij terugmeldingen van gerede twijfel aan de juistheid van gegevens.  +
C
Het vormt samen met het schoolexamen het eindexamen.  +
Verschillende certificaten kunnen leiden tot een diploma, ter afsluiting van een volledige opleiding.  +
Volgens de in het Nederlandse onderwijs gangbare cijferschaal is het hoogste cijfer dat behaald kan worden 10,0 en het laagste 1,0 met eventueel daartussen gelegen decimalen. Een rapportcijfer is meestal het al dan niet gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers voor een vak.  +
Het beleid heeft betrekking op zowel fysieke documenten en materialen op het bureau als de digitale informatie op het computerscherm.  +
Deze servers bieden opslagruimte, rekenkracht en applicaties die beschikbaar zijn voor gebruikers via het internet. In plaats van gegevens en software lokaal op een fysieke computer of server op te slaan, kunnen gebruikers en organisaties gebruikmaken van de cloud om toegang te krijgen tot gegevens, applicaties en diensten op afstand.  +
Een Commissie van onderzoek is van toepassing op cluster 1- en 2-onderwijsorganisaties in het gespecialiseerd onderwijs.  +
Het gaat om het in zekere banen leiden van de communicatie met de buitenwereld. De onderwerpen zijn afgestemd met het onderwijsveld en met afnemende partijen. Sommige onderwerpen zijn voorbehouden aan specifieke externe partijen.  +
Begrip mag formeel niet meer gebruikt worden, is vervangen door erkendeopleidingscode.  +
Curriculum kan op diverse niveaus. Curriculum op nano niveau verwijst naar op leerlingniveau. Op macro niveau het landelijke curriculum  +
Visie, doelen, inhouden, toetsing, leeractiviteiten, leeromgeving, groeperingsvorm, leertijd, rol van de leraar en leermiddelen zijn de elementen van het curriculum. Het samenspel en de samenhang tussen deze elementen hebben betrekking op verschillende leerjaren, vakken en meerdere curriculumniveaus.  +
Er worden vijf curriculumniveaus onderscheiden: macro (landelijk), meso (school), micro (klas), nano (leerling) en supra (internationaal)  +
Het omvat illegale en schadelijke activiteiten die gericht zijn op het stelen, manipuleren of vernietigen van gegevens, het verkrijgen van ongeautoriseerde toegang tot systemen, het verspreiden van malware, het plegen van frauduleuze handelingen en andere vormen van crimineel gedrag via digitale kanalen.  +
D
Het is een instrument dat wordt gebruikt om organisaties te helpen voldoen aan de eisen van gegevensbeschermingswetgeving, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).  +
Het betekent dat gegevens correct en onveranderd blijven, zowel in hun oorspronkelijke vorm als bij eventuele overdracht, opslag of verwerking.  +
Het kan resulteren in de onbedoelde openbaarmaking, wijziging, vernietiging of verlies van gegevens.  +
Het houdt in dat organisaties zich dienen te bepreken tot het verzamelen van de minimale gegevens die nodig zijn om het beoogde doel te bereiken en dat ze geen onnodige of overmatige gegevens verzamelen.  +
Deelnemers kunnen rollen voor eigen gebruik en/of voor gebruik door derden vervullen.  +
Op devices heb je een digitale identiteit nodig voor Informatiebeveiligingsfuncties.  +
In het onderwijs (maar ook in andere domeinen) kan het verlenen van een dienst in een samenwerking van meerdere dienstverleners worden gerealiseerd. De afnemer ervaart dit als een dienst van één organisatie en hoeft in principe niet van alle stappen op de hoogte te zijn, behalve als die daar expliciet toestemming voor moet verlenen (subverwerkerscontracten, mandateren).  +
Dit kan een burger, een (medewerker van een) bedrijf of instelling dan wel een collega binnen de eigen of een andere organisatie zijn. Let op: in M2M-gegevensuitwisseling hebben we het over machines die communiceren. Daar is het begrip serviceafnemer op zijn plaats. Of applicatieservice om het te onderscheiden van een business service.  +
Bij dienstverleners wordt onderscheid gemaakt tussen onderwijsinstellingen en leveranciers (diensten voor de uitvoering van wettelijke taken en private diensten). Onderwijsinstellingen voeren een wettelijke taak uit. Hierdoor is er sprake van doelbinding waardoor het per wet geregeld kan worden dat ze gerechtigd zijn om de identiteiten van onderwijsdeelnemers te kennen. Leveranciers voeren geen wettelijke taak uit. Zij mogen alleen persoonsgegevens verwerken als zij hiervoor een verwerkersovereenkomst sluiten.  +
Het betreft alles van informatievaardigheden tot je veilig kunnen bewegen op internet en van computational thinking en programmeren tot mediawijsheid en ict-basisvaardigheden.  +
Een digitale identiteit is een verzameling gegevens (attributen) die een digitale representatie zijn van een entiteit binnen een bepaald digitaal toepassingsgebied. Iedere entiteit (dus ook een natuurlijke persoon) heeft een oneindig aantal identiteiten omdat een identiteit een "afbeelding" is, een set kenmerkende gegevens over die entiteit, die slechts zinvol is binnen de gegeven context.  +
De gebeurtenis is de feestelijke omlijsting. De kern is de formele handeling met handtekeningen.  +
Dislocaties zijn geen erkende vestigingen. Het is daarom niet mogelijk leerlingen in te schrijven op deze locaties.  +
Doelen beschrijven aan welke kwaliteitskenmerken ketensamenwerkingen moeten voldoen. Ze doen geen uitspraken over de wijze waarop deze doelen moeten worden gerealiseerd (het hoe). Dat wordt uitgewerkt in de architectuurprincipes en de ontwerpgebieden. Zie ook: [https://rosa.wikixl.nl/index.php/Drivers_en_doelen ROSA Architectuurkaders:Doelen]  +
Het doel waarvoor informatie wordt (her)gebruikt is verenigbaar met het doel waarvoor deze oorspronkelijk is verzameld.  +
Een aanvulling op de rol dienstafnemer. Een bepaalde doelgroep kan over een specifiek authenticatiemiddel beschikken, bijvoorbeeld leerlingen en studenten die over een authenticatiemiddel beschikken dat is uitgegeven door de school, of burgers die over een eID authenticatiemiddel beschikken. Een bepaald natuurlijk persoon kan tot meerdere doelgroepen behoren, het concept doelgroep wordt relevant als een natuurlijk persoon in een bepaalde rol acteert.  +
Drivers in het onderwijs kunnen wetten, beleidswijzigingen, innovaties en door het onderwijs gewenste ontwikkelingen zijn die zorgen voor veranderingen van de informatiehuishouding van het onderwijs of die veranderingen stimuleren. In de ROSA zijn doelen geformuleerd die ondersteunend zijn aan 1 of meer drivers. De doelen worden vertaald naar architectuurprincipes, waarmee consistentie en samenhang in de keten wordt nagestreefd. Zie ook: [https://rosa.wikixl.nl/index.php/Drivers_en_doelen Drivers en doelen]  +
E
Economisch eigenaar is dat de gemeente economisch claimrecht behoudt en de zorgplicht behoudt. De gemeente blijft in principe economisch eigenaar van het gebouw.  +
Een eindorganisatie kan daarbij gebruikmaken van andere organisaties die de uitvoering voor hun rekening nemen. Bijv. een onderwijsaanbieder kan voor de aanlevering van inschrijvingsgegevens aan ROD gebruikmaken van de diensten van een leverancier van een administratiepakket voor onderwijsvolgers.  +
In het onderwijs is het de url waarmee de leverancier namens de onderwijsinstelling communiceert.  +
Het kan gaan om beheersings- en ervaringsdoelen. Tot 2007 was de definitie van eindterm beperkter: Wettelijk doel dat kennis en vaardigheden beschrijft die leerlingen aan het einde van de bovenbouw van het voortgezet onderwijs minimaal moeten bereiken.  +
Begrip mag formeel niet meer gebruikt worden, is vervangen door erkendeopleidingscode.  +
Een entiteit kan zowel een fysieke als logische vorm hebben. Er is een onderscheid tussen drie soorten entiteiten: natuurlijke personen, niet-natuurlijke personen en devices.  +
Periodiek bespreekt de onderwijsaanbieder in het primair en voortgezet onderwijs met de ouders/verzorgers de ontwikkeling van hun kind en evalueren zij of de gestelde doelen bereikt zijn. In bepaalde gevallen is bijstelling van het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) aan de orde.  +
Het omvat in elk geval een karakteristiek en een set van eindtermen geordend in (sub)domeinen. Indien sprake is van een centraal- en schoolexamen, bevat het examenprogramma ook een verdeling van inhoud over het centraal en schoolexamen. Tot 2006/2007 was de definitie van examenprogramma beperkter: Bij wet- en regelgeving vastgelegd curriculumdocument dat voor een vak beschrijft wat er aan het einde van het voortgezet onderwijs bereikt moet zijn in termen van beheersing om het vak met succes af te ronden.  +
Deze persoon heeft als taak ervoor te zorgen dat de examens op een eerlijke, gestructureerde en efficiënte manier worden afgenomen en dat alle relevante regels en procedures worden gevolgd.  +
F
De dienst is een doorgeefluik van authenticatieverzoeken.  +
Omvat ook zelfreflectie als feedback op het eigen handelen.  +
Het fungeert als een virtuele barrière tussen het interne netwerk en externe netwerken, zoals het internet, en controleert het verkeer dat tussen deze netwerken plaatsvindt.  +
Deze toetsen geven tevens inzicht in de vervolgstappen die ondernomen kunnen worden om alsnog de gestelde doelen te behalen of nieuwe doelen te formuleren. Waarbij het resultaat van de formatieve toets niet in directe zin meeweegt in de kwalificatie.  +
In het vo meestal betrokken bij de uitvoering van IBP. Deze rol kan ook afhankelijk van het soort onderwijs (po of vo) en van de grootte van de organisatie, ook vervuld worden door een manager IBP, verantwoordelijke IBP, informatiemanager, Security Officer, functioneel beheerder, ict-beheerder, ict-coördinator of kwaliteitsmedewerker.  +
G
De betrokkene is de persoon van wie gegevens worden verwerkt. Zijn er gegevens van meerdere personen betrokken bij een uitwisseling, dan zijn er dus meerdere betrokkenen.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Een inhoudelijke toelichting op de toepassing van het informatie-element.  +
Referentiegegevens zijn gerelateerd aan begrippen uit het Kernmodel Onderwijsinformatie.  +
De context bepaalt om welk type gegevens het gaat. In de context van Toegang gaat het bijv. om persoonsgegevens.  +
Het impliceert dat de persoon of organisatie de vertrouwelijkheid van de informatie waarborgt, zodat deze niet wordt gedeeld met onbevoegde partijen of ongeoorloofd wordt gebruikt.  +
De algemene bevoegdheden van de GMR bestaan uit drie rechten: het recht op overleg (artikel 6 Wms), het initiatiefrecht (artikel 6 lid 2 Wms) en het recht op informatie (artikel 8 Wms). PO: de medezeggenschapsraad bestaat uit een vertegenwoordiging van ouders en medewerkers; VO: de medezeggenschapsraad bestaat uit een vertegenwoordiging van ouders, leerlingen en medewerkers  +
https://www.noraonline.nl/wiki/GDI-Architectuur_(GA)  +
Deze functies kunnen in verschillende toepassingsgebieden verschillende inrichtingsvormen hebben.  +
Invulling vooral door de docent.  +
De AVG kent zes grondslagen voor het verwerken van persoonsgegevens: toestemming, uitvoering van de overeenkomst, wettelijke verplichting, vitaal belang van betrokkene of andere personen, algemeen belang of gerechtvaardigd belang. Een verwerking van persoonsgegevens is alleen rechtmatig indien en voor zover aan tenminste een van de voorwaarden is voldaan.  +
Zie ook: https://publicatie.centrumvoorstandaarden.nl/dk/gb/  +
H
Ontwikkeld door SLO om leraren te ondersteunen bij het opstellen, afnemen en beoordelen van schoolexamens.  +
Formeel gaat het hier om een erkenning om op een bepaalde locatie onderwijs te mogen geven en waarbij vaak (ten onrechte) wordt uitgegaan dat deze onderwijslocatie de hoofdlocatie is ten opzichte van andere onderwijslocaties (“nevenvestgingen") waarvoor een vestigingserkenning is afgegeven. De erkenning vormt onder meer de grondslag voor een deel van de bekostiging. Let op: nevenvestiging en hoofdvestiging hebben in de onderwijswetgeving een andere betekenis dan die in het Handelsregister.  +
I
IP-adres is een afkorting van Internet Protocol-adres.  +
De elementen omvatten ondersteunende processen, toepassings- en inrichtingsscenario's, inrichtingsvarianten, concrete inrichtingen (ketenvoorzieningen), rollen, informatieobjecten, referentiecomponenten en standaarden.  +
Een identiteitsprovider heeft een belangrijke rol in het verstrekken van identiteiten.  +
Dit maakt het mogelijk om naar een entiteit te verwijzen. Zo’n entiteit heeft meestal meerdere identifiers. Een identifier is van een bepaald type, bijvoorbeeld transient (een dienst krijgt per sessie een andere identifier voor dezelfde entiteit), targeted (specifiek voor een bepaalde dienst) of shared (dienstafnemer is bij meerdere diensten/partijen bekend onder dezelfde identifier).  +
Het registreren, verifiëren en beheren van de identiteitsgegevens en de werkrelatie van een persoon, device of softwarematig entiteit. Hieronder wordt het geheel verstaan van – al of niet geautomatiseerde – processen binnen een organisatie die betrekking hebben op deze activiteit.  +
Het omvat het verzamelen en controleren van identificerende gegevens, zoals naam, gebruikersnaam, wachtwoord, persoonlijke identificatienummers of biometrische gegevens, om de authenticiteit van de persoon te bevestigen.  +
https://www.noraonline.nl/wiki/Identity_%26_Access_Management_(IAM)  +
Door een image te vernieuwen is exact bekend wat er op dat device staat en worden mogelijke door leerling geplaatste (niet toegestane) bestanden of programma's verwijderd.  +
Het omvat het implementeren van technische, organisatorische en fysieke maatregelen om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informatie te waarborgen.  +
Informatiebeveiliging betreft het vaststellen van de vereiste betrouwbaarheid van informatiesystemen in termen van vertrouwelijkheid, beschikbaarheid en integriteit alsmede het treffen, onderhouden en controleren van een samenhangend pakket van bijbehorende maatregelen die voldoen aan de uitgangspunten zoals geformuleerd in beleid en doelstellingen.  +
Een informatieobject representeert een object dat in een conceptueel informatiemodel in samenhang met andere informatieobjecten wordt gebracht. Zo'n model "dient als taal waarmee domeinexperts kunnen communiceren met informatieanalisten en verschaft een eenduidige interpretatie van die werkelijkheid ten behoeve van deze communicatie." (citaat: [https://docs.geostandaarden.nl/mim/mim/#niveau-2-conceptueel-informatiemodel MIM]).  +
Een informatiesysteem kan tevens gebruikt worden bij gegevensuitwisseling ter ondersteuning van ketenprocessen. Een applicatie realiseert diensten en is een onderdeel van een informatiesysteem. NORA 3.0 Principes voor samenwerking en dienstverlening: Informatiesysteem kan beperkt zijn tot een applicatie maar is meestal breder.  +
Denk bijvoorbeeld aan gegevens over de onderwijsdeelnemer in het primair en voortgezet onderwijs uit een onderwijskundig rapport, de schoolloopbaan van de onderwijsdeelnemer, beschikbare toetsgegevens, gegevens over de sociaal-emotionele ontwikkeling en over een eventuele handicap of beperking van de onderwijsdeelnemer in het primair en voortgezet onderwijs. Benodigde vaardigheden die een onderwijsdeelnemer nodig heeft voor de uitstroombestemming waar hij naar doorstroomt. De vaardigheden die de onderwijsdeelnemer bij uitstroom beheerst komen in het ideale geval overeen met het instroomprofiel van het type onderwijs waar de onderwijsdeelnemer naar doorstroomt.  +
Het doel van een integriteitsverklaring is om het vertrouwen te bevorderen en te verzekeren dat de betrokken partijen zich zullen gedragen op een eerlijke, betrouwbare en verantwoordelijke manier.  +
In Digikoppeling: meldingen, bevragingen en grote berichten.  +
Deze kan transparant of niet-transparant zijn.  +
Hij/zij helpt docenten en ouders met hulpvragen over kinderen. Hij/zij voert ook gesprekken met ouders/verzorgers en leerkracht over het kind.  +
Het toezichthoudend orgaan: kijkt mee met het werk van het CvB en adviseert en ondersteunt hen, kijkt naar de resultaten die het CvB levert, controleert of de wetten en regels worden nageleefd, en houdt toezicht op integriteit van het bestuur.  +
Interoperabiliteit gaat over informatieverwerking, maar raakt evengoed aan de bedrijfsprocessen en de technische voorzieningen.  +
Begrip mag formeel niet meer gebruikt worden, is vervangen door erkendeopleidingscode.  +
J
De jaarrekening bestaat uit de balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting, en de geconsolideerde jaarrekening indien de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening opstelt.  +
In principe is het onderwijsbestuur juridisch eigenaar van een gebouw bedoeld als onderwijslocatie. Het onderwijsbestuur heeft het gebouw in eigendom zolang het het gebouw nodig heeft voor het verzorgen van onderwijs. Als dit niet meer het geval is, gaat het eigendom terug naar de gemeente. Bij juridisch eigendom van een onderwijslocatie gelden de volgende beperkingen: voor verhuur is vooraf toestemming nodig van de gemeente, geen bezwaren van het eigendom zonder toestemming van de gemeente, en niet mogen verkopen aan een derde.  +
K
Het kan gaan om aanbods-, ervarings- en beheersingsdoelen. Tot 2006 was de definitie van kerndoel beperkter: Wettelijk aanbodsdoel dat beschrijft waar leerlingen mee in aanraking moeten komen.  +
Deze ketenpartners zijn zelfstandig, maar zijn ook afhankelijk van elkaar waar het gaat om het bereiken van de gezamenlijke doelstellingen. Zie ook https://www.noraonline.nl/wiki/Ketensturing  +
De indeling is bedoeld om gebruikers inzicht te geven welke ketenprocessen bij elkaar horen zodat ze snel in relatie tot elkaar gevonden kunnen worden. De indeling en de aanduiding voor de ketendomeinen is specifiek voor de ROSA bedacht. Het is voor een deel gebaseerd op het hoofdprocesmodel van de MORA maar dan veel meer op hoofdlijnen en gericht op ketensamenwerkingen en gegevensuitwisselingen die een relatie hebben met de bedrijfsprocessen binnen een onderwijsinstelling. De indeling wordt, hoewel daar niet specifiek voor bedoeld, ook gebruikt voor het groeperen van ketenvoorzieningen.  +
De indeling en de aanduiding voor de ketendomeinen is specifiek voor de ROSA bedacht. Het is voor een deel gebaseerd op het hoofdprocesmodel van de MORA maar dan veel meer op hoofdlijnen en gericht op ketensamenwerkingen en gegevensuitwisselingen die een relatie hebben met de bedrijfsprocessen binnen een onderwijsorganisatie. Voor een Projectleider: Dit viewpoint kan een projectleider helpen om de hoofdthema's binnen het onderwijsdomein te begrijpen. Door de thematische indeling wordt het makkelijker om te zien welke gebieden van invloed zijn op het project en hoe deze gebieden met elkaar samenhangen. Voor een Architect: Het helpt een architect bij het ontwerpen van systemen door inzicht te geven in de hoofdgebieden binnen het onderwijs. Door deze kennis kan een architect zorgen dat het ontwerp van het systeem past bij de belangrijkste thema's. Voor een Product Owner: Het viewpoint ondersteunt producteigenaren bij het identificeren van de belangrijkste domeinen waar hun producten het meest relevant zijn. De indeling kan hun helpen om productstrategieën af te stemmen op de centrale thema's binnen het onderwijsdomein.  +
Vanuit een organisatie bekeken zijn alle organisaties waarmee samengewerkt wordt ketenpartners (en vice versa). In het kader van de ROSA zijn met name de ketensamenwerkingen waarin organisaties met elkaar samenwerken relevant.  +
Een ketenproces onderscheidt zich van een bedrijfsproces vanwege het bestaan van een of meer ketensamenwerkingen die binnen het proces aan de orde zijn. Als het proces geheel binnen de muren van een organisatie wordt afgehandeld zonder interactie met een andere organisatie valt die buiten de scope van de ROSA.  +
Projectleider: Dit viewpoint helpt de projectleider om te controleren welke Edustandaard afspraken van toepassing zijn op zijn of haar project. Architect: Een architect kan het viewpoint gebruiken om te verzekeren dat het ontwerp van het nieuwe onderwijssysteem alle afspraken voor gegevensuitwisseling, zoals bijvoorbeeld Edukoppeling, worden meegenomen. Product Owner: De Product Owner die de Doorstroommonitor (DSM) beheert, kan zien welke Edustandaard afspraken de uitwisseling van doorstroomgegevens ondersteunen, wat essentieel is voor het volgen van studentenprestaties en het opzetten van verbetertrajecten.  +
Projectleider: Bij de coördinatie van een project om verschillende onderwijsinstellingen digitaal te koppelen, helpt dit viewpoint om te begrijpen hoe informatie zoals studentgegevens en leermiddelen tussen systemen worden uitgewisseld en welke processen daarbij betrokken zijn. Architect: Voor het ontwerpen van een nieuw onderwijsinformatiesysteem, biedt dit viewpoint inzicht in hoe verschillende onderwijsprocessen elkaar beïnvloeden en samenhangen, zodat de architectuur naadloos aansluit bij bestaande processen. Product Owner: Bij de ontwikkeling van een nieuwe digitale leeromgeving kan de product owner gebruikmaken van dit viewpoint om te verzekeren dat alle relevante informatieobjecten worden ondersteund en correct tussen de processen stromen, van inschrijving tot toetsing.  +
Projectleider: Dit viewpoint kan helpen bij het gedetailleerd plannen van een digitaliseringsproject door de stappen in het proces en de benodigde gegevensuitwisselingen duidelijk te maken. Architect: De architect kan dit viewpoint gebruiken om nauwkeurige technische ontwerpen te maken die ervoor zorgen dat alle stappen in het onderwijsproces efficiënt samenwerken en de juiste informatie uitwisselen. Product Owner: Bij het ontwikkelen van een onderwijstoepassing kan de product owner dit viewpoint gebruiken om te waarborgen dat elke stap in de keten de vereiste informatie ontvangt en verzendt, om een vlotte werking en integratie met andere systemen te verzekeren  +
Projectleider: Gebruik dit viewpoint om een duidelijk overzicht te krijgen van alle ketenprocessen die relevant zijn voor het project, waardoor snel de verbindingen en afhankelijkheden met andere initiatieven zichtbaar worden. Architect: Dit viewpoint kan helpen om te verzekeren dat de ontworpen project-architectuur alle relevante ketenprocessen worden meegenomen, wat leidt tot een meer gestroomlijnde en efficiënte ketensamenwerking. Product Owner: Met behulp van dit viewpoint kan de product owner inzien hoe de verschillende ketenprocessen moeten worden ondersteund door de functionaliteit van het product en hoe dit product invloed kan hebben op andere processen binnen de onderwijsketen.  +
Projectleider: Voor een projectleider kan dit viewpoint helpen bij het plannen en coördineren van projectactiviteiten door inzichtelijk te maken welke stakeholders betrokken zijn bij welke ketenprocesstappen en wat hun verantwoordelijkheden zijn. Dit bevordert de communicatie en maakt het gemakkelijker om te zorgen dat iedereen weet wat er van hen verwacht wordt. Architect: Voor een architect biedt dit viewpoint een duidelijk beeld van de structuur van ketenprocessen en de betrokken rollen. Dit stelt de architect in staat om betere beslissingen te nemen over de inrichting van systemen en processen, zodat deze naadloos aansluiten op de verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken partijen. Product Owner: Voor een product owner helpt dit viewpoint om te begrijpen hoe de functies van een product of dienst passen binnen de verschillende stappen van ketenprocessen en welke stakeholders daar invloed op hebben. Dit helpt bij het prioriteren van productfuncties en het ontwikkelen van een roadmap die rekening houdt met de behoeften van alle betrokken partijen.  +
Projectleider: Voor een projectleider die de implementatie van een nieuw studenteninformatiesysteem overziet, kan dit viewpoint verduidelijken welke referentiecomponenten, zoals een applicatie voor [[Id-aa9a0deb-d197-465d-b7c4-0c7f80e27181|Registratie onderwijsdeelnemers]] of [[Id-7630880c6e86487bb3f9e2778d428d9a|Registratie leerresultaten]], nodig zijn bij specifieke stappen om ervoor te zorgen dat elke fase van de studentencyclus goed wordt ondersteund door de juiste software. Architect: Een architect die de IT-structuur ontwerpt voor een groep onderwijsinstellingen kan dit viewpoint gebruiken om in kaart te brengen welke referentiecomponenten: zoals een [[Id-8a559dbc-ea9c-49a9-8ae3-4cfaa78480f4|Leermiddelencatalogus]]; gecentraliseerde catalogus van leermaterialen, of [[Id-310defc6-559d-4a99-91e1-49102198faf9|Planning- en roostersysteem]]; een overkoepelend systeem voor planning en roostering, ingezet worden bij verschillende stadia van onderwijsprocessen. Product Owner: Voor een product owner die een nieuw platform ontwikkelt voor de levering van educatieve inhoud, is het belangrijk te begrijpen welke referentiecomponenten zoals [[Id-21e5af20-d67d-4996-9ac6-b4ed321dd06f|Metadataharvester]] en [[Id-c6386c7c-52bc-418d-97f1-0e187f3c66e5|Metadatarepository educatieve content]], worden gebruikt bij bepaalde stappen van de inhoudsdistributie.  +
Sommige ketenprocessen komen in zijn geheel als ketenprocesstap voor in een ander ketenproces.  +
Een ketensamenwerking kan dus als scope hebben een heel ketenproces of zelfs meerdere ketenprocessen, maar zal vaker een scope hebben van een of meerdere ketenprocesstappen binnen een bepaald ketenproces. Voor bepaalde ketensamenwerkingen zijn in Edustandaard afspraken vastgelegd en worden ook daar beheerd.  +
Het doel van een ketentest is om eventuele problemen, fouten of onverwacht gedrag te identificeren die kunnen optreden wanneer de verschillende schakels in de keten met elkaar communiceren. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het uitwisselen van gegevens, het doorgeven van signalen of het coördineren van taken tussen systemen, applicaties, services of externe partijen. Een ketentest richt zich op het verifiëren van de correcte werking van de gehele keten en het vaststellen van mogelijke zwakke punten of hiaten in de samenwerking.  +
Een ketenvoorziening wordt centraal beheerd door een ketenpartner (publiek of privaat) en is in principe zonder licentie of externe aansluitkosten te gebruiken. Een ketenvoorziening is landelijk beschikbaar maar kan wel gericht zijn op een bepaald werkingsgebied.  +
Elke onderwijsaanbieder in het primair en voortgezet onderwijs heeft een klachtencommissie of is aangesloten bij een commissie elders in de onderwijsorganisatie. De klachtencommissie bestaat uit minimaal drie leden. De voorzitter moet altijd een onafhankelijk persoon zijn. Heeft de onderwijsaanbieder in het primair en voortgezet onderwijs geen eigen klachtencommissie, dan moet de onderwijsaanbieder zijn aangesloten bij een regionale of landelijke klachtencommissie.  +
Een koppelvlak werkt met standaarden. De aanleverende applicatie is verantwoordelijk voor de vertaling van gegevens naar die standaard. De afnemende applicatie zorgt voor omzetting naar haar eigen taal of standaard.  +
De Digikoppeling-beschrijving beperkt zich tot ebMS- en WUS-en REST koppelvlakken, die beschrijft hoe deze standaarden in de Nederlandse publieke sector worden gebruikt. Voor Edukoppeling kennen we alleen de WUS-, REST- en OAuth-koppelvlakken.  +
Jongeren tussen 16 en 18 jaar die geen startkwalificatie hebben, hebben een kwalificatieplicht. De verplichting vangt aan direct na het einde van de leerplicht en eindigt zodra de jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt of een startkwalificatie heeft behaald.  +
OCW (en de Inspectie) nemen dus de instellingserkenning als object die echter op meer dan 1 onderwijsaanbieder ("school") van toepassing kan zijn.  +
Periodieke samengestelde rapportage over de kwaliteit van het onderwijs van alle of een verzameling van onderwijsaanbieders van een onderwijsbestuur. OCW (en de Inspectie) nemen dus de instellingserkenning(en) als object die echter op meer dan 1 onderwijsaanbieder ("school") van toepassing kan/kunnen zijn.  +
L
De onderwijsaanbieder in het primair en voortgezet onderwijs doorloopt met het model een aantal vaste stappen die hem via een passende route leidt naar de maximaal haalbare uitstroombestemming. Daarnaast bevordert het Landelijk Doelgroepenmodel de communicatie met ouders/verzorgers en stakeholders, zoals de Inspectie, samenwerkingsverbanden, externe ondersteuners en onderwijsaanbieders in het regulier onderwijs. Het doelgroepenmodel is een hulpmiddel voor het onderwijs (ook het reguliere onderwijs) om te omschrijven wat het leerstofaanbod voor de onderwijsdeelnemer in het primair en voortgezet onderwijs kan zijn en op welke manier deze kinderen ondersteund worden bij het onderwijs, bijvoorbeeld of er een brailleschrift nodig is, of dat er altijd een begeleider aanwezig moet zijn, en wat het onderwijsaanbod is. Het doelgroepenmodel functioneert als een gezamenlijke taal.  +