Alfabetisch overzicht ROSA Begrippenkader

Uit ROSA Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Deze pagina is vastgesteld door Standaardisatieraad, op 8 december 2022.
Toelichting: Het ROSA Begrippenkader is als afspraak vastgesteld door de Standaardisatieraad, de verschillende iteraties (nieuwe sets, grote aanpassingen) van het ROSA Begrippenkader worden incrementeel vastgesteld. Zie daarvoor veld Status per begrip.

Toelichting op ROSA Begrippenkader

Een begrippenkader beschrijft een bepaald domein van de werkelijkheid (de ‘universe of discourse’). Voor wat betreft het ROSA Begrippenkader is dat het gehele onderwijsdomein, zowel de publiek/wettelijke kant (inschrijvingen, bekostiging, verzuim etc.) als het publiek/private deel (leermiddelen, toetsen etc.). Die beschrijving geschiedt door middel van de binnen het gekozen domein gehanteerde begrippen en hun relaties tot elkaar. Doel is dat de actoren binnen het domein elkaar begrijpen en één taal spreken. Het begrippenkader wordt in eerste instantie opgesteld voor gebruik door mensen en niet direct voor machine-to-machine-doeleinden. Een begrippenkader biedt een uniforme “analistentaal” enerzijds en anderzijds is dit het startpunt bij het opstellen van modellen, specificaties etc. van begrippen waarover reeds eerder nagedacht is en waarover consensus bestaat om die uiteindelijk toe te passen in digitale gegevensuitwisselingen. Waarbij overigens altijd ruimte moet zijn voor uitbreiding en contextspecifieke invulling.

Het ROSA Begrippenkader bevat drie typen begrippen:

  • Domeinbegrippen: Begrippen die worden gebruikt om het beschouwde domein te beschrijven: begrippen die de inhoud vormen van onze communicatie. Je zou kunnen zeggen dat het begrippen zijn die gaan over het WAT: dat wat we met elkaar uitwisselen cq waar we over “praten”
  • GIV-begrippen: Begrippen gericht op het inrichten van de gemeenschappelijke informatievoorziening (giv). Met andere woorden, begrippen die gaan over het HOE: hoe wisselen we met elkaar uit; denk aan begrippen in relatie tot beveiliging, toegang, m2m-gegevensuitwisseling, mandatering etc. 
  • Architectuurbegrippen: Begrippen die architectuurmodellen toelichten.

Zoeken en filteren kan via de pagina ROSA Begrippenkader (doorzoeken)


Zoeken.png Begrippen doorzoeken

Hieronder volgt de alfabetische opsomming van alle begrippen in het ROSA Begrippenkader. Klik op een begrip voor detailinformatie.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z


aanbodsdoel
Doel dat het beoogde curriculum beschrijft waar het onderwijsaanbod van een school in moet voorzien.
aangeboden opleiding
Een opleidingseenheid die door een onderwijsaanbieder aangeboden wordt in een bepaalde vorm, al dan niet op een bepaalde onderwijslocatie.
aangeboden-opleidingcohort
De realisatie van een aangeboden opleiding met eigen startmoment, instroomperiode en aanmeldbeperkingen.
aanmelding
Het schriftelijke verzoek om een leerling toe te laten tot een school en/of een specifieke opleiding op een bepaald niveau.
aanvraag nieuwe school
Aanvraag voor het erkennen door de overheid van een nieuw op te richten onderwijsaanbieder of onderwijsaanbiedersgroep.
absoluut verzuim
Het niet op een school als onderwijsdeelnemer ingeschreven staan van een jongere die als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven en nog leerplichtig of kwalificatieplichtig is.
accountantsverklaring
Goedkeurende verklaring van een registeraccountant of accountant-administratieconsulent bij een overzicht met historische financiële informatie.
adminrechten
De toegangsrechten en privileges die aan een gebruiker worden verleend binnen een computersysteem, netwerk of softwaretoepassing en die hem uitgebreide controlemogelijkheden en bevoegdheden geven om systeemwijzigingen aan te brengen.
afspraak (ketenafspraak)
Normatief bedoelde overeenkomst tussen ketenpartners binnen een bepaalde context over de inrichting en het toepassen van bepaalde voorzieningen en/of standaarden.
ambulant onderwijskundig begeleider (AOB) (ambulant begeleider)
Begeleider van een onderwijsdeelnemer met een functionele (bijvoorbeeld visuele) beperking, zijn/haar ouders en docenten.
ambulante begeleiding
Vorm van begeleiding waarbij de begeleider de onderwijsdeelnemer begeleidt op de onderwijslocatie waar deze onderwijs volgt.
applicatie
Een computerprogramma om een specifieke taak uit te voeren die geen betrekking heeft op de werking van de computer zelf.
applicatieservice
Een service die geautomatiseerd functionaliteit ontsluit naar afnemers van die functionaliteit.
architectuurbegrip
Metabegrip waarmee in het ROSA-begrippenkader alle begrippen worden aangeduid die betrekking hebben op de informatiearchitectuur.
architectuurkader
Het geheel van drivers, doelen, architectuurprincipes en ontwerpgebieden dat normatief is voor de implementatie van ketensamenwerkingen en ketenvoorzieningen.
architectuurprincipe (principe)
Normatieve uitspraak die richting geeft aan het in samenhang ontwerpen en realiseren van ketensamenwerkingen en ketenvoorzieningen.
asynchroon (asynchrone koppeling)
Een proceskoppeling zonder onmiddellijke reactie (maar wel later).
attribuut
Een eigenschap, kenmerk of kwaliteit van een natuurlijke of rechtspersoon of een entiteit, in elektronisch formaat.
authenticatie (verificatie)
Het aantonen dat degene die zich identificeert ook daadwerkelijk degene is die zich als zodanig voorgeeft: ben je het ook echt?
authenticatiedienst (AD) (identity provider)
Een vereiste rol binnen het Netwerk voor Elektronische Toegangsdiensten die door een deelnemer aan het afsprakenstelsel wordt ingevuld en die de verantwoordelijkheid heeft voor het authenticeren van natuurlijke personen op basis van het door de natuurlijk persoon gebruikte authenticatiemiddel.
authenticatiefactor
Een factor waarvan is bevestigd dat deze gebonden is aan een bepaalde persoon en die onder een van de drie volgende categorieën valt: a) Op bezit gebaseerde authenticatiefactor: een authenticatiefactor waarvan de betrokkene moet aantonen dat deze in zijn bezit is; b) Op kennis gebaseerde authenticatiefactor: een authenticatiefactor waarvan de betrokkene moet aantonen dat hij ervan kennis draagt; c) Inherente authenticatiefactor: een authenticatiefactor die op een fysiek kenmerk van een natuurlijke persoon is gebaseerd en waarbij de betrokkene moet aantonen dat hij dat fysieke kenmerk bezit.
authenticatiemiddel
Een fysiek of digitaal middel op grond waarvan authenticatie van een partij kan plaatsvinden.
authentiek gegeven
In een basisregistratie opgenomen gegeven dat bij wettelijk voorschrift als authentiek is aangemerkt
authentieke bron (gezaghebbende bron)
Een register of systeem, onder de verantwoordelijkheid van een publiekrechtelijk orgaan of particuliere entiteit, dat attributen omtrent een natuurlijke of rechtspersoon bevat en als de primaire bron van die informatie wordt beschouwd of krachtens nationaal recht als authentiek wordt erkend
autorisatie
Het proces om te beslissen of een entiteit op grond van een authenticatiemiddel, identiteitsverklaring of een machtiging toegang krijgt tot een applicatie.
autorisatiebeslissing
De uitkomst van een autorisatie
autorisatiematrix
Een schema waarin is vastgelegd wie toegang krijgt tot welke persoonsgegevens in een computersysteem, netwerk of applicatie.